De afgelopen maanden heeft de gemeente Olst-Wijhe in nauwe samenwerking met een begeleidingsgroep van onder andere bewoners, ondernemers en plaatselijke belangen onderzocht hoe de veiligheid en de leefbaarheid van Olst kan worden verbeterd door het scheiden van langzaam verkeer van gemotoriseerd verkeer en het spreiden van dit langzame verkeer over meerdere spoorkruisingen. Het college van B en W heeft op 11 september 2018 ingestemd met de voorstellen voor het scheiden en spreiden van het verkeer in Olst. De voorstellen worden op 24 september 2018 opiniërend besproken tijdens de openbare gemeenteraadsvergadering.
Voorstellen voor scheiden en spreiden
De hoogste prioriteit ligt bij het herinrichten van de Jan hooglandstraat, de kruising met de Kleistraat en het realiseren van een voet-fietspad tussen de Joke Smitlaan en de Stationsweg. Als de gemeenteraad instemt met de voorstellen en er op een later tijdstip financiële middelen voor vrij worden gemaakt, dan wordt dit al in 2019 gerealiseerd. In 2020 zou vervolgens gestart kunnen worden met de aanleg van een fietstunnel aan het eind van de Ter Stegestraat. Daarbij hoort ook het geschikt maken voor hulpdiensten van de route Kleistraat-Enkweg via de bestaande bewaakte overweg bij de Enkweg. Het is de bedoeling dat fietsers en voetgangers hier ook gebruik van kunnen maken. Twee jaar na de aanleg van de fietstunnel aan het eind van de Ter Stegestraat, worden de effecten van de aanpassingen onderzocht en op basis van die uitkomsten wordt besloten of er ook een fietstunnel moet komen in het verlengde van de Roodborst in Olst-Zuid.
Waarom geen rondweg om Olst?
Wethouder Marcel Blind: “In 2016 hadden we in de concept-structuurvisie een noordelijke rondweg bij Olst opgenomen. Hiertegen kwam veel weerstand. Op dat moment hebben we besloten om een verbreed en verdiepend onderzoek te doen naar het verkeer in Olst. Bij dat onderzoek zijn zeer uitgebreide verkeersmetingen gedaan en is ook door kentekenregistratie gekeken of auto’s bijvoorbeeld vanuit de Jan Hooglandstraat richting Deventer of Zwolle reden. Daardoor konden we doorrekenen hoeveel verkeer er daadwerkelijk gebruik zou gaan maken van een nieuw aan te leggen noordelijke- of zuidelijke rondweg. Uit die berekeningen bleek dat het aantal (vracht)auto’s op een nieuwe rondweg laag zou zijn en het centrum van Olst slechts minimaal zou worden ontlast. Het nut en de noodzaak van een rondweg die naar schatting meer dan 20 miljoen moest kosten, werd niet aangetoond. Het advies was om wel te onderzoeken hoe de veiligheid en de leefbaarheid van Olst kon worden verbeterd door het scheiden van langzaam verkeer van gemotoriseerd verkeer en het spreiden van langzaam verkeer over meerdere spoorkruisingen. Met de inbreng van de breed samengestelde begeleidingsgroep zijn we naar mijn mening tot de best denkbare oplossing gekomen.”