In het advies over het besluit dat maandag openbaar is gemaakt vraagt de Raad zich af welk probleem er moet worden opgelost. “De regering beoogt met het voorstel een principieel probleem met juridische middelen op te lossen.
Daarbij rijst allereerst de vraag of zich een dergelijk principieel probleem voordoet, en vervolgens of dat probleem kan en moet worden opgelost”, schrijft de Raad. De Raad vindt verder dat het kabinet onvoldoende argumenten geeft om een boerkaverbod in te voeren. In het wetsvoorstel maakt het kabinet nergens duidelijk dat er een dringende maatschappelijke behoefte is aan een algemeen verbod. Het is overigens slechts een advies aan het kabinet over het genomen besluit.