Woensdagavond 7 maart discussieerden de leden van Provinciale Staten over een aangepast ontwikkelingsrapport van Area Development Twente (ADT) waarin provincie en gemeente Enschede samenwerken. Dat ging dan met name om de vraag of de Staten bereid waren een te verwachten tekort in de grondexploitatie van € 5,45 miljoen en een bedrag van € 6,4 miljoen om de historische plankosten voor hun rekening te nemen. De gemeente Enschede zou dezelfde bedragen moeten ophoesten.
De discussie over de toekomst van de voormalige luchthaven sleept zich al enkele jaren voort. Provincie en gemeente Enschede maakten ambitieuze plannen om het 500 ha grote terrein te ontwikkelen als een gebied voor woningbouw, bedrijvigheid, een vliegveld voor de burgerluchtvaart en allerlei vormen van ontspanning (leisure). Bij realisatie zouden er in het nieuwe gebied van luchthaven Twente werk 2700 nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd worden. Door de huidige economische ontwikkelingen heeft het bestuur van ADT de plannen aangepast. Dat resulteerde in minder woningen, minder bedrijvigheid, maar grotere tekorten. Ook is het nog maar de vraag hoeveel van de geplande 2700 nieuwe arbeidsplaatsen er komen. Dit alles leidt nu al tot een tekort van bijna 11 miljoen euro op de grondexploitatie. En tegelijk wilde ADT (dat wil zeggen: de provincie en de gemeente Enschede) de historische plankosten van ruim 12 miljoen euro afboeken, dat wil zeggen zelf het verlies maar te nemen.
Afspraak wordt nu geschonden
“Dit nu”, zegt Wim Dalhuisen, PvdA-woordvoerder voor dit onderwerp in de Provinciale Staten, “staat wel heel ver af van de afspraken die we in 2009 hebben gemaakt ten aanzien van de exploitatie van het ontwikkelingsgebied. Als PvdA hebben we indertijd ingestemd met de plannen onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de overheid géén bijdrage zou leveren in de exploitatiekosten van het gebied. Met andere woorden: toekomstige exploitanten zouden al deze kosten zelf moeten dragen als een normaal ondernemersrisico. Dat waren harde afspraken. Geen cent in de exploitatie stoppen. Dat was echt de afspraak”, herhaalt Wim Dalhuisen. “En die afspraak wordt nu geschonden door het voorstel van het College van Gedeputeerde Staten om de verliezen maar af te boeken en de historische plankosten niet door te berekenen. Maar daarmee subsidieer je in feite projectontwikkelaars bij het opzetten en uitvoeren van hun plannen.”
Risico’s voor afdekken
Vooral het afboeken van de historische plankosten zit Wim Dalhuisen hoog: “Dat was nooit de bedoeling van de bestuursovereenkomst die we indertijd hebben afgesloten. Het is strijdig met een jaren geleden aangenomen motie die uitspreekt dat dit geld ooit wordt terugverdiend en onder geen beding in de exploitatie wordt gestoken. Het College mag dan wel stellen dat alle aanpassingen binnen de kaders vallen zoals u die indertijd door Provinciale Staten zijn vastgesteld, maar dat is onzin,” zegt Dalhuisen. “Het verwijt dat wij ons met onze opstelling buiten die kaders hebben geplaatst, deugt niet. Zij zijn het die zich daar buiten stellen door duidelijke afspraken te negeren. Het is toch schrijnend dat wij nu moeten gaan meebetalen aan de exploitatie van een commercieel project en zo de risico’s van exploitanten helpen af te dekken.”
Toch geen nee tegen gebiedsontwikkeling
“Daarom moeten we wel tegen de nieuwe plannen voor de luchthaven Twente stemmen. We zullen geen steun meer geven aan de uitvoering van de plannen.” “U trekt de stekker er dus uit”, vroeg CDA-fractievoorzitter Reesink enigszins geschokt aan Dalhuisen. “Tegen deze aangepaste plannen zeggen wij nee. In dat geval kun je er zeker van zijn dat we terecht komen in een glijdende schaal, waarin we steeds vaker geconfronteerd zullen worden met onverwachte tekorten. Het wil echter niet zeggen dat wij afscheid nemen van de ideeën voor de gebiedsontwikkeling van het luchthavengebied”, zegt Wim Dalhuisen, “maar dan wel op een manier die duurzaam is en die de exploitatierisico’s niet eenzijdig bij de overheid legt. Daarom moeten we nú wel ‘nee’ zeggen.”