De provincie staat niet alleen in dit standpunt, ook Gelderland, de betrokken regio’s en de gemeenten langs de spoorlijnen delen deze mening in hun zienswijzen op de ontwerp-Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor de Milieueffectrapportage voor het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Goederenroutering Oost Nederland. De notitie beschrijft de varianten en de milieu-aspecten die onderzocht worden en de wijze waarop dit onderzoek plaatsvindt.
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Met het PHS wil de minister een toename van het personenvervoer op de drukste spoorlijnen van het land mogelijk maken: zes intercities en zes sprinters per uur op verschillende trajecten. Daarvoor moeten de goederentreinen op deze trajecten over andere routes gaan rijden.
Overijssel is van mening dat optimale benutting van de Betuwelijn én goederenvervoer over water deel moeten uitmaken van de te onderzoeken alternatieven. Daarnaast vraagt de provincie de minister de gevolgen voor het reizigersvervoer beter in kaart te brengen, evenals de te verwachten overlast door geluid en trillingen, verslechtering van de veiligheid langs het spoor en op overwegen, toename van de barrièrewerking en verslechtering van de bereikbaarheid. Ook vindt de provincie dat de minister de gevolgen voor de volksgezondheid niet voldoende onderzoekt en vraagt haar daarom een gezondheidsscreening uit te voeren voor de gebieden langs de spoorlijnen.
Gedeputeerde Ineke Bakker (Milieu en wonen):“We zijn niet tegen goederenvervoer over het spoor in het algemeen. Maar we vinden het wel ongewenst dat er meer goederentreinen over deze spoorlijn naar Duitsland gaan rijden als er nog ruimte op de Betuweroute is. We hebben in november met de minister afgesproken dat er alternatieven worden onderzocht. Ook hebben we we haar om extra maatregelen gevraagd om de leefbaarheid langs het spoor te waarborgen hebben we aangedrongen op een zorgvuldige communicatie met de bewoners langs het spoor.”
Het verzoek van de provincie is in lijn met het advies van de landelijke commissie voor de milieueffectrapportage. Die adviseerde de minister vorige week om te wachten met de uitwerking van het milieuonderzoek. Volgens de commissie is de noodzaak voor het gebruik van het spoor in Oost-Nederland voor goederenvervoer nog helemaal niet zeker. Eerst moeten alle alternatieven onderzocht worden.
Overlast door geluid en trillingen
De provincie Overijssel heeft vorig jaar onderzocht hoeveel mensen langs de Twentelijn last hebben van trillingen door goederentreinen. In circa 500 huizen langs deze spoorlijn ligt de hinder ’s nachts nu al boven de toegestane waarden. De provincie vreest dat de hinder in de toekomst zal toenemen wanneer meer goederentreinen over de spoorlijn gaan rijden. Nu rijden er dagelijks gemiddeld 15 goederentreinen over de lijn Deventer – Oldenzaal. Volgens ProRail en het ministerie kan het aantal goederentreinen op deze lijn toenemen tot 80 per dag in 2020. Dat betekent dat mensen die nu al overlast ondervinden in de toekomst veel vaker overlast zullen ondervinden en dat er meer mensen last zullen hebben van goederentreinen op het spoor.