Provinciale Staten hebben het bezuinigingsvoorstel van Gedeputeerde Staten op woensdag 26 maart met 40 stemmen voor en 6 tegen aangenomen. Daarbij zijn een amendement en twee moties aangenomen.
Via een amendement (44 stemmen voor en 2 tegen) hebben Provinciale Staten het bezuinigingsvoorstel aangepast en extra financiële middelen beschikbaar gesteld. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het realiseren van de bezuinigingen in samenwerking met de Overijsselse samenleving. In overleg met scholen, gemeenten en grote bedrijven wordt toegewerkt naar een nieuwe manier van samenwerking, waarbij medeverantwoordelijkheid voor bereikbaarheid het nieuwe uitgangspunt wordt. Met gemeenten wordt bekeken op welke manier het gemeentelijke doelgroepenvervoer zo effectief mogelijk met het aanvullend OV en maatschappelijke initiatieven verknoopt kan worden.
Provinciale Staten stellen 10 miljoen euro extra beschikbaar om de effecten van de bezuinigingen te verzachten. Daarnaast verhogen de volksvertegenwoordigers tot en met 2017 de voorgestelde 1 miljoen euro naar 3 miljoen euro per jaar om naast belangrijke bus- en treinlijnen een goede basismobiliteit in de stad en op het platteland in stand te houden. Hierbij gaat het om een mix van nieuwe, slimme systemen die ingezet kunnen worden ter vervanging en aanvulling van het huidige bus-, buurtbus- en regiotaxivervoer.
Moties: Naast het amendement roepen de Staten in een motie (42 stemmen voor en 4 tegen) het provinciebestuur op om in overleg met de vervoerders het inzicht in reizigersaantallen en gegevens van in- en uitstappers in het OV te verbeteren.
De tweede motie, aangenomen met 26 stemmen voor en 20 tegen, dringt er bij Gedeputeerde Staten op aan om samen met recreatie- en horecaondernemers onderzoek te doen naar nieuwe vormen van openbaar vervoer voor verblijfsrecreatie in Overijssel. Dit naar voorbeeld van de ‘Konuskarte’ in het Zwarte Woud in Duitsland.
Maatregelen: De bezuinigingen in het OV hebben tot doel om het exploitatietekort van 8 miljoen euro per jaar, oplopend naar 14 miljoen in 2018, met een mix aan maatregelen aan te pakken voor een kwalitatief goed en betaalbaar OV nu en in de toekomst.
De provincie richt zich daarbij met name op een efficiëntere inzet van het aanvullende buslijnennet in de streek- en stadsdiensten door kritisch te kijken naar frequenties, inzet van materieel en het aantal reizigers en het opheffen van buslijnen die parallel lopen aan treintrajecten. Voorstel is ook om te stoppen met het OV-regiotaxivervoer per 1 januari 2016. De tussenliggende periode wordt gebruikt om in samenwerking met gemeenten te bekijken welke alternatieven er zijn. Het kernnet van sterke buslijnen en de regionale treinlijnen wil de provincie in stand houden. Daarnaast worden er in de richting van het Rijk acties ondernomen om bezuinigingen terug te draaien en de tarieven tussen bus en trein te verkleinen.
Ook de veranderingen in de samenleving, zoals de ontwikkelingen op het gebied van e-learning, webwinkels en krimp in kleine kernen, spelen een rol bij het beter benutten van het openbaar vervoer en het ontwikkelen van alternatief vervoer. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het spreiden van school- en werktijden, het verbeteren van knooppunten/stations waar auto, fiets en OV samenkomen, de aanpak van bus- en fietsroutes en de inzet van de kennis en kunde van de Overijsselse inwoners voor maatwerkoplossingen en alternatief OV op juist die plaatsen waar het reguliere OV niet in stand gehouden kan worden.
Fasering:Uiterlijk in 2018, de start van de nieuwe concessie in midden Overijssel, moet de begroting voor het OV op orde zijn. De komende periode wordt benut om met PS, gemeenten, vervoerders, organisaties en inwoners om tafel te gaan om te kijken in welke lijnen en dienstregelingen een efficiencyslag te maken is en wanneer welke maatregelen uitgevoerd kunnen worden. Naar verwachting kan dit najaar de eerste stap worden gezet in het aanpassen van een aantal dienstregelingen, waarbij een negatief effect voor de reizigers zo klein mogelijk wordt gehouden.