De Deventenaar wordt ervan verdacht dat hij een 17-jarige jongen heeft neergestoken op het schoolplein van ROC-Aventus in Deventer. Volgens verschillende getuigen ging aan het steekincident een vechtpartij vooraf tussen verdachte en het slachtoffer. Op het moment dat de twee door omstanders uit elkaar zijn gehaald en het even rustig lijkt, pakt verdachte volgens verschillende getuigen een mes en steekt het slachtoffer onder zijn oksel.
Volgens de officier is er geen bewijs dat de verdachte het slachtoffer heeft gestoken met de bedoeling hem te doden. Dat betekent dat er geen sprake is van volle opzet.
Wel heeft hij bewust de kans aanvaard dat het slachtoffer als gevolg van zijn handelen zou komen te overlijden, door het insteken in de romp van iemands lichaam waar zich de vitale delen van het lichaam bevinden. Hierdoor is er volgens de officier wel sprake van voorwaardelijke opzet.
De officier acht poging doodslag wettig en overtuigend bewezen en verdachte is ook strafbaar, er is volgens de officier geen sprake geweest van noodweer of noodweerexces. Er is weliswaar ruzie geweest tussen verdachte en het latere slachtoffer, maar verdachte had de mogelijkheid zich aan een verdere confrontatie te onttrekken toen ze door omstanders uit elkaar werden gehaald. Volgens de officier is er sprake van een zeer ernstig feit:
“De steekpartij heeft niet alleen een enorme impact gehad op de school en de omgeving, maar ook daarbuiten. De laatste jaren is er meer en meer sprake van geweld op school en helaas vaak met het gebruik van wapens. Dit schokt de maatschappij enorm en daar moet hard tegen worden opgetreden”, aldus de officier.
De officier acht daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden op zijn plaats. Daarnaast eist de officier een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden onder voorwaarden dat verdachte geen nieuwe strafbare feiten pleegt en zich laat behandelen.