Het gebeurde gistermorgen. U kent het wel: zit je op de fiets en komt er zo’n hele groep scholieren, ook op de fiets, op je af. Met vier of vijf naast elkaar zodat er voor jou eigenlijk geen plek over blijft. Begrijp me goed: ik zie heel veel potentie in onze jeugd en dit stuk is zeker niet negatief bedoeld en zo zijn ze echt niet allemaal, maar toch wil ik mijn hart hierover luchten…
Door Marian Kodden
Ik zie die jongeren op me af komen. Maar ik fiets door. Helemaal op het randje, dat dan weer wel, maar hee! dat fietspad is ook voor mij bedoeld.
Gezien de rijrichting kwam deze groep waarschijnlijk uit Raalte Noord of uit Heino. Kwebbelen, lachen, niet opletten en … Ja hoor, een jongeman kijkt niet naar voren, knalt met geweld met zijn stuur tegen mijn onderarm en ondanks verwoede pogingen kan ik de fiets niet houden en ga onderuit.
Hoofd tegen het fietspad, hand gebruikt om zoveel mogelijk op te vangen en op schouder en heup gevallen.
Even verderop stopt de groep, maar maakt eigenlijk ook al weer aanstalten om door te fietsen. Maar omdat ik echt niet gelijk kan opstaan, komen er toch nog een paar even kijken. Kijken, niemand die de fiets af komt om mij op de been te helpen.
“Eh, sorry, dat was niet de bedoeling. Maar het was niet mijn schuld, want ik zag u nog een stukje doorfietsen.”
“Pardon?!?! Dat was een poging om op de fiets te blijven!”
“Ik zag u niet, want ik keek opzij…”
“Daarom moet je dus voor je kijken als je fietst, zeker in de drukte.”
Geschrokken, misselijk van de pijn én boos, laat ik hem mijn onderarm zien, die is al helemaal blauw en er zit een ei van een bloeduitstorting aan. “Dat was jouw stuur vriend!”
Geen reactie.
Kortaf vraag ik om naam en adres.
“Waarom moet u dat hebben?”
“Nou, als er iets is met mijn fiets of kleding, wil ik de verzekering inschakelen en dan heb ik je gegevens nodig.”
Maar ik krijg de gegevens niet. Ik bedenk me niets en voor hij het weet heb ik een foto van hem gemaakt. Zijn poging een capuchon op te zetten is te laat.
Als ik mijn fiets weer rechtop zet – zonder hulp – zegt eentje nog dat er zo te zien niets met mijn fiets aan de hand is. Als ik hem vraag waar hij die wijsheid vandaan haalt krijg ik te horen dat zijn vader fietsenmaker is. Dussssssss…
De huisarts heeft inmiddels geconstateerd dat er niets is gebroken. Zwellingen, blauwe plekken, pijn en stijfheid moeten nog wegtrekken. En de fiets, die moet ik nog even na laten kijken.
Mijn vraag is eigenlijk: waarom geen echte betrokkenheid tonen? Waarom een helpende hand uitsteken? Waarom niet gewoon je gegevens afgeven en afspreken dat je nog even contact opneemt om te horen hoe het gaat en of er nog iets nodig is? Ben je dan niet stoer genoeg? Is dat not-done tegenwoordig? Wat zouden je ouders van zoiets vinden? Heb je het daar over met hen? Of ben je bang om dit thuis te vertellen? Kun je beter toch wel doen. Dan volgt er vast een gesprek over empathie, beleefdheid en respect.
Gelukkig heb ik zijn foto nog. En heb gezien waar hij naar school gaat. Ik sta wel in dubio of ik hem moet gaan zoeken. Niet om hem de huid vol te schelden maar wel om te vragen: WAAROM ZO! Dus jongeman, als je je zelf herkent, ik sta altijd open voor een gesprek.
Het bericht Marian Kodden: Iets met hulpvaardig, empathie, sociaal en respect verscheen eerst op Opinie in Salland.
…
Het hele artikel is te lezen op www.Salland1.nl