Twee jaar jaar sprak de gemeenteraad uit dat de gemeentelijke organisatie op de schop moest. Die is te groot en bovendien te weinig wendbaar, terwijl de samenleving juist om adequaat en efficiënt vraagt. Het college wil echter op de oude voet voortgaan en verschuilt zich achter een rookgordijn van algemene vaagheden. VVD-raadslid Lars Wuijster wil nu toetsbare doelen.
Het is niet voor het eerst dat burgemeester en wethouders uit proberen te komen onder een duidelijke uitspraak van de raad, zegt Wuijster: ‘Het lijkt erop dat dit in plaats van de beloofde transparantie de bestuursstijl is. Als de raad iets wil wordt dat genegeerd of getraineerd, zoals nu ook weer.’
Hij doelt op een aantal breed gedragen moties, waarin klip en klaar werd gesteld welke kant het op moet met de gemeentelijke organisatie: ‘We wilden in 2013 al dat er ieder jaar 2,5 miljoen op bezuinigd zou gaan worden. Omdat er van de gevraagde verkenning niets terecht kwam nam de raad een jaar later een vervolgmotie aan, waarin werd opgeroepen de kosten met 26% terug te brengen. Dit voorjaar was iedereen het erover eens dat de gemeente een nieuwe rol moet krijgen. Niet langer als dirigent, maar als spil tussen partijen. De gemeentelijke organisatie zou ook vraaggestuurd moeten werken. Niet van alles opleggen omdat je het zelf wel beter weet, maar inspelen op vragen uit de samenleving.’
Dat gevoelen leek ook binnen de organisatie te leven, maar dat is schijn: ‘De algemeen directeur liet weten dat voor die nieuwe rol minder en andere ambtenaren nodig zijn. Ook de voorjaarsnota sprak van een schakelbare organisatie die flexibel, innovatief en wendbaar is. Bemoedigende teksten, maar helaas praatjes voor de vaak. Het college gaat niet verder dan wat vage intenties, uitgedrukt in wollige woorden. De insteek is nu dat er kritisch naar de kosten wordt gekeken, wat dat ook mag betekenen.’
Veel te laat en veel te weinig, vindt Wuijster: ‘Het speelkwartier is nu echt voorbij, pappen en nathouden voldoet niet meer. Willen we de organisatie naar de wensen van de raad veranderen, dan moeten we concrete plannen hebben, met controleerbare doelen en acties die ook financieel vertaald worden. Alleen dan kunnen we als raad in de gaten houden of er ook daadwerkelijk iets in de gewenste richting verandert.’