Het accent van de oefening lag op de samenwerking van de bedrijfsbrandweer van AkzoNobel en de overheidsbrandweer. De oefening was op het terrein van AkzoNobel, waar het publiek niet bij in de buurt kon komen. Om het realistisch te maken werd kunstmatige rook gemaakt met een toneelrookgenerator. De brandweer volgde de rookpluim met licht. Doel was de rook met sproeistralen neer te slaan. De rook was niet gevaarlijk, maar was door het licht ook buiten het terrein van AkzoNobel goed zichtbaar.
Er deden zes brandweerauto’s uit Deventer, Gorssel en Twello mee aan de oefening. Er werd geen gebruik gemaakt van sirenes en blauwe zwaailampen. Dit gebeurt alleen in het geval van een echte calamiteit.