Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij 52 procent van de in totaal 72.000 land- en tuinbouwbedrijven kwam ‘extra’ geld binnen dankzij nevenwerkzaamheden. Enerzijds door een baan buiten het bedrijf, maar ook door verbreding van de werkzaamheden op de boerderij zelf, zoals verkoop van producten aan huis of de stalling van goederen.
Boeren van kleinere land- en tuinbouwbedrijven hebben vaker neveninkomsten dan boeren van grotere bedrijven. Zo had bijna 60 procent van de kleine landbouwbedrijven (met een standaard opbrengst per jaar tussen 25 duizend en 100 duizend euro) neveninkomsten. Bij de bedrijven met meer dan 3 miljoen euro standaard opbrengst per jaar is dat maar 20 procent. Op de kleinste agrarische bedrijven, met een opbrengst tot 25 duizend euro, wordt minder vaak bijverdiend.