Het CvdM ziet de toekomst weinig rooskleurig in, omdat gemeenten steeds vaker bezuinigen op de omroepsubsidies. De omroepen zijn daar vaak voor ruim de helft van hun inkomsten van afhankelijk.“Een deel van de lokale omroepen verkeert permanent in slechte financiële staat. Er is ook een hele grote groep omropen die geen goed product aflevert”, geeft Hans Disch van de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) toe. De branche zoekt zijn heil daarom in meer samenwerking en schaalvergroting: van 282 omroepen nu naar vijftig tot tachtig omroepen in de toekomst. Van lokale radio naar streekomroep. Die moet dan via radio, televisie én op internet actief zijn, onafhankelijk zijn van politieke of commerciële invloeden.