Een opening van een melkfabriek te midden van alle commotie rond vermindering van de veestapel vanwege de stikstofcrisis. Het is een gedurfd plan, maar melkveehouders Tom en Ellis Lugtenberg in Olst hebben toch de stoute schoenen aangetrokken en samen met restauranteigenaar Leon Ripperda een eigen melkfabriek opgezet. “Vrijdag is de feestelijke opening. Wij blijven gewoon onze eigen kop volgen.”
“Het is gelukt!” vertelt Ellis trots. “We hebben een eigen melkfabriek. Nou ja, we noemen het een melklokaal, want het is niet heel groot.” In het eerste yoghurtemmertje moet 92 gram vruchten. Dat gebeurt met de hand. “We hebben meerdere malen geproefd en zo kwamen we uit bij dit recept.” Ze is net als haar man Tom en compagnon Leon blij dat ze eindelijk van hun eigen melk yoghurt kunnen maken.
Stikstofplan
Ook zij hebben het nieuwe stikstofplan met ontzetting bekeken. Ze boeren in het Natura 2000-gebied Rijntakken. “Onze MRIJ-koeien (Maas-Rijn-IJsselvee) lopen in de uiterwaarden bij Olst en daar beheren ze de natuur. Dat doen we in samenwerking met de natuurorganisaties. Ik las in het plan dat er in dat gebied bijna vijftig procent stikstof verminderd moet worden. Wat dat voor ons betekent, is totaal onduidelijk.
”Het is zo’n absurd plan, dat je er bijna niet van wakker kan liggen.
Tom Lugtenberg, natuurboer
Investering
Anderhalf jaar geleden begonnen de drie ondernemers met het realiseren van een eigen lokale melkfabriek. “Nu kost het ons anderhalve dag aan uren om de yoghurt klaar te maken. Maar we willen in de toekomst één fulltime job kunnen vullen met het maken en leveren van yoghurt.” Qua investering heeft het tonnen gekost.
Natuurboeren beheren met hun dieren het land van natuurorganisaties of van de provincie. Dit zijn geen strakke weilanden met eiwitrijk Engels raaigras, maar er staan veel inheemse planten en kruiden. De MRIJ-koe (Maas Rijn IJssel-koe) is een rood-bonte koe die echt thuis hoort in onze Nederlandse uiterwaarden. Voorheen was deze koe erg populair vanwege de robuuste bouw en volgens natuurboeren zijn ze uitermate geschikt voor het natuurbeheer. Deze dubbeldoel-koe wordt niet alleen ingezet voor de melk, maar ook voor het vlees.
“Daarom willen we ook met een paar boeren samenwerken, die ook van hun eigen melk een eindproduct willen maken. Dan hoeven zij niet te investeren, kunnen we allemaal lokaal produceren en verkopen. Als we dan allemaal wat anders maken, kunnen we zelfs naast elkaar in de schappen van de supermarkt komen.”
Verkopen
Alle drie moeten ze verkopen. “Leon is vertegenwoordiger geweest en kan dus goed verkopen. Ellis heeft een retailopleiding gedaan en ik heb bij de Rabobank gewerkt, dus ik houd de financiën goed in de gaten.” Het is een goede combinatie, al moeten de drie wel aan elkaar wennen. “Je komt uit een ander vakgebied en af en toe denken we elkaar te begrijpen, maar is dat niet zo”, legt Ripperda uit. “Gelukkig kunnen we goed overleggen en dan komen we er wel weer uit.”
Afnemers
“Op dit moment zijn we in overleg met zorginstellingen en scholen om daar onze lokale yoghurt te leveren”, gaat Tom verder. “Deze zomer wordt bikkelen. Want we moeten nu alles ontdekken qua planning. En dat hoort bij het begin van iets nieuws. Maar ik ga er vanuit dat we de komende winter een goed ritme hebben en dan ook langzaam onze kosten terug kunnen verdienen. Eerst vrijdag maar de opening van onze melkfabriek op boerderij De Riet.”