Als de meeste Deventenaren liggen te pitten wordt onnodige fossiele energie verspild en de natuurlijke duisternis verstoord door een overvloed aan licht. GroenLinks wil lichtvervuiling aanpakken, te beginnen bij de reclameverlichting: buiten de openingstijden maar in ieder geval in de nachtperiode 00.00-06.00 kan die verlichting worden gedimd. Torenhoge verlichte reclamemasten langs de A1 ziet GroenLinks ook niet zitten: “deze landschapsverpesters en energieslurpers verstoren helemaal de natuurlijke donkerte voor mens en dier”.
Licht lijkt een onlosmakelijk bijeffect van de verstedelijking en de 24-uurseconomie. In een geïndustrialiseerd gebied als West-Europa is het nagenoeg onmogelijk om nog plekjes te vinden waar de hemel echt donker is en je ongestoord sterren kunt kijken. Jaarlijks worden miljoenen euro’s verspild door onnodige verlichting. Aangezien voor elektrische verlichting fossiele brandstoffen worden opgestookt, betekent dit ook een ongewenste uitstoot van kooldioxide in de atmosfeer. Lichtvervuiling vormt, net als geluid en stank, een aanslag op het milieu.
Het college van Burgemeester en wethouders heeft recent nieuw reclamebeleid voorgesteld. Helaas regelt het nieuwe beleid niets over de verstoring door reclameverlichting (lichtbakken, abri’s, aanlichting op gebouwen e.d.). De gemeente is echter bij uitstek in staat om de natuurlijke duisternis te beschermen: naast het zoveel mogelijk beperken van straatverlichting kan het ook regels stellen aan het onnodig laten aanstaan van reclameverlichting. Fractielid Tjeerd van der Meulen: ” s’ Nachts brandt de meeste reclameverlichting voor de kat zijn viool aan terwijl het een hoop geld en fossiele energie kost. Thuis laat je toch ook niet de lampen branden. Wij vragen dus van het college: mag het licht uit?”
Volgens GroenLinks is het nachtelijke duister een esthetisch waardevol bezit, dat niet zomaar mag worden opgeofferd aan verloren licht. Om die reden zal GroenLinks verzoeken het reclamebeleid op dit punt flink aan te scherpen.